Gewoon adem halen, Maar juist dat lukte niet meer. Ze had een massa in haar longen, waarschijnlijk een tumor. De medicijnen sloegen aan en ik zag haar genieten van de mini wandeling in de wijk. Vastberaden om toch echt nog een straatje verder te gaan, blij als ik haar op de terugweg op de arm nam. "Nee, ik ben niet klein. Mijn vrouwtje is gewoon enorm groot!" Haha, wat een karakter! Ze gniffelde in haar vuistje bij het bakje Sheba of Cesar, bij de leverworstjes uit de hand. Mal vrouwtje, hoe makkelijk kan je die inpakken! Het lukte allemaal en we hadden dat nog lang kunnen volhouden. Een leven lang. En dat werd het, ruim een week lang! Haar hart ging protesteren, ze kreeg een hartritmestoornis. Haar kreet ging door merg en been, midden in de nacht, toen ik haar vond in een perk. Binnen een kwartier waren we bij de dierenarts, een injectie redde haar van een afschuwelijke verstikkingsdood.
Wat een geluk (geen toeval) dat mijn oudste stiefdochter Yolanda er was. Geschrokken, maar helder stopte ze mijn poging om lucht in Sproet's bekje te blazen. De longen werden door de houding in mijn armen beklemd. Ze reed naar Utrecht op en neer om Do en Mans op te halen. En toen begon het wachten. Observeren wat er zou gebeuren. Voorbereiden. Doerak in de gaten houden. Een hond neemt afstand van een roedellid als het einde nadert, een wolfhond niet. Hij sloot zich aan bij alles wat er gebeurde. Do lag op haar buik, voor haar Sproetje, zachte woordjes, kleine gebaartjes. Ik ging naast haar liggen en als in een zelfde beweging sloot Doerak zich aan. Mooie momenten. Sproet wilde nog steeds "gewoon" haar ding doen, ging naast de stoel liggen waar ik vaak op zit. Ik kon die stoel niet meer verzetten zonder haar te plagen, dus nam de stoel ernaast. Doerak zag en nam de voor hem gebruikelijke plek in, met zijn kop reikend naar Sproet. Nee, hij nam geen afstand. Hij bleef in haar buurt, snuffelde niet meer, gaf haar een likje als het hem lukte en bleef haar gewoon in de gaten houden. Dichtbij, dit hoefde Sproet niet zonder hem te doen. Ontroerend.
Er zijn voor elkaar, met elkaar. |
Wat is gewoon? Do gebroken? Doerak inwendig snikkend (ik voel zijn hortende ademhaling tegen mijn buik)? Sproet niet meer vlak in mijn buurt, mijn bewegingen volgend? Gewoon is als een oceaan met eb en vloed. We laten ons meenemen op de deining. Verdriet mag, ook voor Doerak. De intensiteit bij hem raakt me enorm. Wat is dit moeilijk voor hem! Rustig vaarwater is wat hij nodig heeft. Rustig kabbelend, wennend aan de nieuwe setting. Van daaruit weer verder.
Samen troost zoeken |